Een onbenullige gebeurtenis

Afgelopen dagen heb ik uitgebreid en naar ik aanneem afdoende antwoord gegeven op de belangrijkste levensvragen, namelijk wie ben ik, wat zijn mijn problemen en welke zoekmachine moet ik gebruiken. Ik wilde vandaag nog even verder uitweiden over welke kant het op gaat met de wereld en wat mijn aandeel daarin zou zijn, maar werd tegengehouden door een onbenullige gebeurtenis die mijn aandacht greep. Geen zorgelijk bericht in de krant, trending topic op Twitter of hippe rage op Instagram. Iets waar slechts enkele mensen getuigen van waren, iets heel gewoons, wat velen al een keer meemaakten. Maar toch iets dat, als je het mij vraagt, tussen geboorte en sterfte tot de grotere mijlpalen mag worden gerekend.

Mijn jongste heeft al tijden een loopfiets, waar hij erg goed mee uit de voeten kan. Sinds enkele maanden is er ook een kinderfiets met trappers in huis (dat wil zeggen: in de schuur) waarop hij met hulp van z’n vader (lees: mijzelf) een aantal pogingen tot fietsen heeft gedaan (met nadruk op pogingen, omdat hij het verschil tussen vooruit trappen (dus: fietsen) en achteruit trappen (je begrijpt: stilstaan) niet in de vingers kreeg (hoewel het in dit geval feitelijk om de benen gaat)).

Ik bouw de spanning nog even verder op. ‘Waar gaat dit heen?’ hoor ik menig lezer denken…

Het is een tweedehands fietsje dat toevallig passeerde op een kinderspullenbeurs in ons dorp, en dat mijn vrouw aanschafte met het idee: zijn zus fietste al toen ze half zo oud was, dus misschien heeft meneer intussen ook interesse in een fiets voor echte stoere jongens. Maar nee, na wat halfslachtige pogingen moesten we er maar mee ophouden want het zat er nog niet in. Dat vond ik althans. Mijn vrouw had liever gezien dat ik iedere dag een half uur achter zijn fiets aanholde om hem ‘te leren fietsen’ zoals vaders dat doen, maar ik wist wel beter want ik ken de helft van de wereldbevolking waar hij en ik toe behoren.

Omdat de fiets tweedehands was en in de gauwigheid op de kop getikt, mankeerde er nogal wat aan. Het achterspatbord was afgebroken, het voorspatbord omgekeerd gemonteerd, de handrem functioneerde niet, de bel bungelde los… nou ja, er ontstaat wel een beeld zo. Dus ik ging vanochtend eens aan de slag om het fietsje goed in orde te maken. M’n jongste zette z’n loopfiets ondersteboven ernaast en ging ook aan de slag. Wij raakten in goede stemming en de fietsen in opperste staat van paraatheid. Vervolgens gingen we boodschappen doen: ik lopend, hij op z’n loopfiets. Eenmaal terug bleef hij nog even hangen in de schuur. Toen ik kwam kijken waar hij bleef, zat hij op z’n opgeknapte fiets met trappers. We keken elkaar aan en wisten beiden dat de grote dag was aangebroken. Hij wilde fietsen.

We lopen direct naar buiten, de straat op. Hij met z’n fiets aan de hand. We zetten de fiets recht. Hij klimt erop. Het aanzetten gaat nog wat onhandig. Een klein duwtje. Hij fietst weg.

Letterlijk de hele straat door. Ik moet rennen om hem in te halen.

En ik zie hem zo naar school fietsen, naar de middelbare, naar z’n eerste vriendinnetje, werk, steeds verder…

Opvoeden is loslaten zeggen ze, en soms kan ik niet wachten tot ze de deur uit zijn. Maar vandaag moest ik er niet aan denken. Wat toch gebeurde. En wel ten koste van mijn grootse gedachten over waar het heen gaat met de wereld en wat mijn aandeel daarin zou zijn.

Mijn zoon fietst!! Het spijt me.

Gerelateerde berichten


Geplaatst

door

Categorieën:

,

Wekelijkse nieuwsbrief

Ontvang iedere vrijdag een korte introductie van de nieuwste berichten over fietsen. Meld je aan of bekijk de eerdere edities.

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *