Als kritische denker ben ik geneigd mijn eigen gedachten serieus te nemen. Het overdenken van zaken helpt me ook aan nieuwe inzichten, dus so far so good. Maar vooral als het over mezelf gaat of over wat ik doe, is het een heikele onderneming. Zelfkritiek kan leiden tot verbetering, maar ook doodlopen. Mijn uitgang is dan: gedachten zijn maar gedachten. Als ze niet helpen om mij een beter of gelukkiger mens te maken, kan ik afscheid van ze nemen en kiezen voor betere gedachten.
In de meeste omgevingen (bedrijven, vriendenkringen) bekrachtigen we elkaar in wat er wordt verwacht en wat we doen. Dat heet cultuur. Mensen vertellen elkaar verhalen om zin te geven aan de dingen die ze doen. Ze bouwen structuren die daarbij ondersteunen, zodat er niet steeds opnieuw over hoeft te worden nagedacht. Dit groeit uit tot een status quo die lastig is te veranderen. Of op een gegeven moment de verhalen (nog) kloppen en de structuren (nog) behulpzaam zijn, is maar de vraag.
We kennen momenteel een paar systeemcrises die leiden tot nieuwe verhalen en structuren, omdat de oude niet meer werken. Wat vertellen we elkaar over welvaart, politiek, marktwerking? Je voelt wel aan: dat is aan het verschuiven. In deze tussentijd ontstaat continu conflict tussen oude en nieuwe verhalen, tussen oude en nieuwe structuren.
Verhalen en gedachten. Ze zijn, nou ja, precies dát: verhalen en gedachten. Als ze niet helpen om ons beter of gelukkiger te maken, kunnen we afscheid van ze nemen en voor betere kiezen.
Geef een antwoord