In Oostwoud kun je zomaar – net als wij – kennis maken met Jan Geel. Sta je even te kijken bij de fietsen die voor z’n huis tegenover de kerk zijn uitgestald, komt hij eraan. Vieze handen, want hij is aan het klussen. Dan begint hij over de 10.000 kilometers per jaar die hij fietsend aflegt. Over de experimenten die hij samen met Wim Schermer doet, en waaruit blijkt dat brede, niet al te harde banden minder rolweerstand hebben. Over de velomobiel waarop hij met 150 watt zo’n 40 kilometer per uur fietst, uiteraard na de technische aanpassingen die hij heeft gedaan om de fiets verder te verbeteren.

Dat z’n handen alles kunnen maken wat z’n ogen zien, blijkt als hij de collectie van oude auto’s laat zien, waarvan hij bij de restauratie een groot aantal onderdelen zelf heeft nagemaakt. De schuur is ingericht als Museum De Baan, met als belangrijkste thema’s Ford en de fiets. Bij zijn oude fietsencollectie vertelt hij over de verschillen tussen een dames- en herenfiets (beyond the obvious), de carbitlamp en oude uitvindingen die nu pas algemeen worden toegepast, zoals de naafdynamo. Volgens hem is de dynamo met de minste weerstand die van SON. Yes, die heb ik!

Na uitgebreid kennis te hebben gemaakt met de collectie fietssloten, trappers, fietsbellen, kettingen, auto-onderdelen en wasborden, stappen we bijna twee uur later en talloze verhalen rijker de straat weer op. Jan Geel. Geweldige man! Kun je zomaar mee kennis maken als je toevallig in Oostwoud bent.
Geef een antwoord